Als je ooit tijd hebt verspild aan het handmatig bijwerken van spreadsheets, het kopiëren van gegevens tussen tools of het beheren van meldingen in vijf verschillende apps, dan heb je ongetwijfeld gedacht: “Er moet een betere manier zijn.”

Goed nieuws: die is er.

Hij heet n8n.

Je zou het kunnen zien als het jongere, coolere, open-source broertje van Zapier. Eentje die naar synthwave luistert, Linux draait en je data niet deelt met Silicon Valley.

De digitale wereld bulkt van de SaaS-oplossingen die beloven je leven makkelijker te maken.
Shopify, Salesforce, commercetools – ze beloven allemaal snelheid, gemak en schaalbaarheid. Maar wat gebeurt er met de controle over jouw eigen data? En wie bepaalt uiteindelijk welke functies je kunt gebruiken? Die vragen worden zelden gesteld – tot het fout loopt. En dan is het vaak te laat. En vooral: te duur om te migreren.

Het kiezen van de juiste cloudinfrastructuur is een belangrijke beslissing voor bedrijven die hun applicaties willen schalen en hun IT-omgeving willen optimaliseren.

In het huidige AI-landschap is innovatie niet langer het exclusieve domein van techgiganten. Dankzij krachtige open source frameworks en modellen is het speelveld opengebroken. Bedrijven met de juiste infrastructuur – zoals die gebouwd zijn op TurboStack – kunnen nu concurreren op hoog niveau, zonder in te boeten op performance, flexibiliteit of controle.

Taal en Ontwikkelaanpak Pulumi verschilt van Terraform in de manier waarop infrastructuur als code (IaC) wordt gedefinieerd. Terwijl Terraform een domeinspecifieke taal (HCL) gebruikt, stelt Pulumi ontwikkelaars in staat om industriestandaard programmeertalen zoals TypeScript, Python, Java en meer te gebruiken. Dit heeft zowel voordelen als nadelen.